Boog - online puzzels
Boog (bouwkunde)
Een boogconstructie is een overspanning in een gebogen vorm, die een vrije constructie oplevert tussen twee steunpunten. Vaak is de boog uitgevoerd in natuursteen en/of baksteen en zijn de stenen van de boog wigvormig. In het krachtenspel geldt voor de meest gebruikte boogvormen: hoe lager de boog (de zogeheten steek), des te groter de zijwaartse krachten (spatkrachten). Een gewelf is op te vatten als een driedimensionale toepassing van een boogconstructie.
In de bouwkunde wordt een boog veel toegepast, omdat hij van nature een sterke constructie vormt. In het verleden was een boogconstructie vaak de enige manier om grote ruimten te overspannen, en er vervolgens weer bovenop te bouwen. Pas sinds de uitvinding van de boog als draagconstructie konden gebouwen als kathedralen worden gebouwd.
Een alternatief voor de boog is een latei, een ingemetselde draagsteen of draagbalk, maar ook een strek en een hanenkam worden toegepast.
Sinds de uitvinding van het gewapende en voorgespannen beton wordt de boog nog nauwelijks gebruikt.
Romaanse bogen zijn cirkelvormig. In Europa worden deze bogen behalve in kerken ook veel aangetroffen in bruggen. In de gotiek werden spitsbogen toegepast, het voordeel hiervan ten opzichte van de rondboog is onder meer dat de verhouding tussen hoogte en overspanning variabel is.
De Spaanse architect Antoni Gaudí (1852-1926), een grondlegger van de organische architectuur, gebruikte speciale vormen van bogen. Om te bepalen of deze sterk genoeg waren, maakte hij een schaalmodel van de boog met touwtjes, de zogeheten kettinglijn. Dit model hing op zijn kop. Met gewichten simuleerde Gaudí de krachten die op de boog zouden gaan werken. Hiermee ging de touwboog vanzelf in de juiste, stabiele, vorm hangen.